Jachtverhaal: Tanja’s gelukspet

06-06-2023

Twee keer een bijzondere Waidmannsheil

‘Graag zelfs, zeg maar wanneer!’, kaatst Tanja spontaan de bal terug op ons verzoek om een keer haar verhaal neer te pennen. Drie dagen later zitten we op vrijdag al tegenover elkaar. Terwijl de oventimer aftelt vult de keuken zich met de geur van worstenbrood. Op de gastentafel staan drie kopjes koffie te dampen want ook echtgenoot Eric is mee aangeschoven. Jagen is iets dat ze samen beleven. ‘Bij ieder jachtavontuur stond of zat Eric naast me. Die heeft al tientallen aktes aan ervaring dus ik pik veel van hem op.’ Zelf jaagt ze nu drie jaar. Een buitenmens in hart en nieren, al is dat niet altijd zo geweest.

Van stadsdrukte naar de polder

Als geboren Rotterdamse verhuisde ze op zesjarige leeftijd namelijk samen met haar ouders naar de Betuwse polder. Dat was even schakelen. ‘In het begin heb ik mijn ouders gesmeekt om het platteland weer te verruilen voor de stad’, vertelt ze al lachend. ‘Maar al vrij snel vond ik mijn draai op de boerenbuiten.’ Het was rond hun huis in Beesd dat ze ook haar eerste kennismaking met de jacht kreeg. Haar moeder had er weinig mee. ‘Als ze zag dat er jagers in aantocht waren dan nam ze het alarmpistool uit de kast en vuurde ze enkele schoten uit het raam om zo de hazen en eenden te verdrijven.’ De aversie groeide toen ze met het gezin tijdens een zondagmiddagwandeling meerdere halfgeslachte reeën in een sloot vonden. ‘Stroperswerk natuurlijk, maar op dat moment veronderstelden we dat jagers hiervoor verantwoordelijk waren.’

Uiteindelijk kreeg de jachtmicrobe haar toch te pakken. Plaats van het gebeuren: een discotheek in Nieuwkuijk, met Eric in de hoofdrol. En toen die gezellige avond vervolgens uitmondde in verkering, moest Tanja haar ouders gaan vertellen dat ze een jager mee naar huis had genomen. ‘Maar hij liet me zien wat de jacht werkelijk inhoudt. Kennis van het wild, onderhoud in het revier en ook de hartelijke, gezellige sfeer tussen jagers.’ Eric treedt haar bij: ‘Als drijver liep ze al jaren mee wanneer we voor de voet gingen jagen in ons jachtveld in Den Bosch. Zo kreeg ze steeds meer zin om ook zelf het geweer in de arm te houden. Voor aspirant-jagers wordt het er alleen niet gemakkelijker op om hun akte te halen. Daarom adviseerde ik haar vier jaar geleden om de jachtopleiding te volgen.’

Thuis wordt jagen bestrijden

Na de theorie wist ze ook het praktijkexamen succesvol af te ronden. Nog steeds is ze dankbaar voor het feit dat ze daarna samen hebben kunnen jagen in hun eigen jachtveld. Want jagen wordt het nu niet meer genoemd. Ondanks dat Eric er al sinds 1995 het jachtrecht heeft, rest nu alleen nog de schadebestrijding in hun thuisrevier. ‘In 2018 heeft de gemeente ’s-Hertogenbosch de kleinwildjacht in de ban gedaan. Terwijl we er zo mooi eenden konden bejagen… Tegenwoordig houdt de vos ons nog het meest bezig. Daar hebben we er dit jaar alleen al negen van, op een gebied van 200 hectare.’ Ook Tanja droeg bij aan de verlaging van het bestand, haar eerste nota bene. ‘Die schoot ik om vier uur in de namiddag, toen we een rondje over de jacht kuierden. Nadat we de roodrok in een open stuk aanspraken, bracht ik mijn Browning X-Bolt in stelling. Even een korte draai aan de Leica kijker zodat ik hem vol in beeld kreeg en toen ging het schot eruit. Dat was mijn eerste jachtgeluk met de Barrel and Boar pet.’

We spoelen een zestal weken terug voor we tot de kern van dit verhaal komen. Tanja ziet onze collega Edward in de winkel lopen met een pet die haar wel aanstaat. Hier hadden we er net vier van laten borduren met het Barrel and Boar logo. Probeersels. Nadat ze op zijn aanraden twee dozen Geco kogels meeneemt, gooit ze een balletje op over het wollen hoofddeksel. Tanja krijgt van Edward het laatste exemplaar als geluksbrenger voor het jachtseizoen. Op voorwaarde dat ze wel foto’s neemt van haar buit, mét pet als het ding ook daadwerkelijk ‘Waidmannsheil’ oplevert.

De vos in eigen revier was al prachtig maar 11 oktober lag er nog een mooie Duitse reis in het verschiet. Op uitnodiging van een bevriend jager en natuurlijk samen met Eric. Alleen moest de buks wel weer worden ingeschoten met de nieuwe patronen. Dat ging ze zelf eens proberen en verbazingwekkend genoeg liep het nog vlot ook. Enkele klikken en proefschoten later stond de kijker genuld en was Tanja klaar voor de lange autorit naar Mecklenburg-Vorpommern. ‘Toen we daar aankwamen, stapten Erik en ik licht gesloopt uit de wagen’, weet ze nog goed. ‘De avond ervoor hadden we allebei al slecht geslapen. En dan volgde er nog een acht uur durende autorit. Maar de Oost-Duitse buitenlucht deed wonderen en bracht ons weer snel bij onze positieven.’ De wind zal er ook voor iets hebben tussen gezeten want die raasde als een dolle door het 300 hectare grote revier. ‘Waar de meeste kansels vijf-zes meter de hoogte in gaan, stond deze maar de helft daarvan boven de grond. Maar zoals deze constructie al op en neer wiegde, dan was ik voor geen goud op zo’n hoge gaan zitten.’ Na het openen van de luiken nemen beide plaats op het bankje. Voor hen ligt het overzicht van een weidse vlakte, afgebakend door de brede, groene bosrand. De X-Bolt wordt geladen met Geco’s in kaliber 30.06. Het afspeuren kan beginnen.

Na een uur treedt er wat reewild naar buiten. Met de verrekijker is het goed aan te spreken, toch houdt Tanja de vinger recht. ‘Ik ken mijn limieten, bij afstanden vanaf 200 meter voel ik me niet comfortabel. Die lieten we dus rustig verder laveien.’ Meer tijd verstrijkt zonder noemenswaardige aanblik. En dan, in het laatste avondlicht, een nieuwe bezoeker op de vlakte. Meteen zien ze aan de grootte dat het ditmaal geen ree kan zijn. De verrekijker onthult een grazende damspitser. Die valt niet alleen binnen het afschotplan maar ook de afstand van 120 meter is voor Tanja overbrugbaar.

‘Ik heb hem wel even uit de kijker gehaald om de rust te vinden en weer op adem te komen. Toen was ik er klaar voor. Omdat je vanuit de hoogzit schuin naar beneden schiet, houd ik het kruis altijd wat hoger aan. Het lukte daarna om gecontroleerd de trekker over te halen voordat het schot doorheen de stilte brak.’ Wat zich toen afspeelde ziet het koppel nog steeds helder voor zich. Eric, met gepaste trots: ‘Ik keek mee met de verrekijker en zag de kogel inslaan. Die zat uitstekend. De spitser liep nog een halve cirkel en ging vervolgens neer, een prachtig schot!’

Tanja hoort bij de categorie jagers waar grote emoties het overnemen pas na het krommen van de trekker. ‘Toen Eric zijn vriend belde om het goede nieuws te vertellen, kwam alles los en begon ik te trillen. Beneden aan de hoogzit zagen we ondertussen geen hand meer voor onze ogen en al helemaal geen damhert, zo donker was het. Dan komt de Flir warmtebeeldkijker goed van pas. We konden zo naar onze buit lopen.’ Om vervolgens de terugweg te vinden geeft ze nog een handige tip mee. ‘Uit de auto haalde ik mijn schietstok waaraan we een zaklamp hingen. Dan moet je alleen maar naar het licht lopen, dat is zo gemakkelijk!’

In het jachthuis was de vreugde groot. ‘Die vriend van ons is net zo blij voor zijn gasten als dat hij zelf een stuk wild zou strekken. Het nieuws van mijn damhertprimeur had hij dan ook al over de app verspreid. Hierdoor ontving ik al felicitaties van onze vriendengroep nog voor ik ze zelf op de hoogte had gebracht. Dat het je zo gegund wordt, daar kan ik oprecht van genieten.’

Voorlopig hebben Tanja en Eric genoeg vlees in de kuip aangezien de damspitser mee naar Nederland ging. Ontweid tikte de weegschaalnaald 54 kilo aan. Daar houden ze een flinke portie heerlijk wildbraad aan over. ‘Alles wat we schieten wordt verwerkt en gegeten. Sterker nog, zelfs het schadelijk wild gaat niet verloren. Zo gaan geschoten kraaien bijvoorbeeld naar een preparateur die ze weer gebruikt voor workshops over het opzetten van dieren.’